Meteen naar de inhoud
Open navigatie

Opgelet! Van 1 tot en met 5 mei 2025 worden geen verzendingen uitgevoerd. Bedankt voor uw begrip.

Reanimatiescore in detail

Het QCPR-scorealgoritme begrijpen

We weten dat een juiste reanimatie zorgt voor hogere overlevingskansen en het idee achter de score is om weer te geven hoe goed de reanimatieprestatie werkelijk is voor de patiënt

Het QCPR-scorealgoritme van Laerdal geeft cursisten een nauwkeurige score op basis van hun reanimatieprestaties en begeleidt hen bij het verbeteren van hun reanimatievaardigheden. Maar wat betekenen de cijfers waaruit de score bestaat precies?  

Hoe zijn deze scores mogelijk?

Waarom behaalde cursist 2 een betere score terwijl 
cursist 1 een betere compressiediepte had?

Cursist 1

Cursist 2

Het korte antwoord is dat de bovenste cijfers, de totale score van 96% en 98%, non-binaire getallen zijn. Het QCPR-algoritme van Laerdal meet hoe dicht de cursist bij de norm zit voor alle alle sub-vaardigheden van reanimatie. De drie andere getallen op de bovenstaande schermen zijn binair en registreren alleen "voldoet" of "voldoet niet" aan de norm.

Terwijl bij binaire scores alleen wordt geteld hoe vaak elke individuele cursist zich aan de aanbevolen richtlijnen houdt, berekent het non-binaire algoritme van Laerdal ook hoe dicht de cursisten bij de drempels zitten.

In het voorbeeld hierboven:

  • Cursist 1 had 94% OK compressiediepte
  • Cursist 2 had 92% OK compressiediepte, lager dan cursist1. 
  • Cursist 2 kreeg echter een hogere score.
  • De reden is dat de "verkeerde" compressies van cursist 2 veel dichter bij de drempel van 5-6 cm lagen. Hierover later meer.

De algemene reanimatiescore is een eenvoudige weergave van hoe goed de reanimatieprestaties waren, maar de wiskunde erachter kan zeer complex zijn. Op deze pagina delen we enkele inzichten met u over de principes waarmee we de score berekenen, en ook hoe u het leren van reanimatie kunt verbeteren.

Reanimatiescore in detail